In de geschiedenis van Tsjecho-Slowakije in 1968 staat een periode bekend onder een specifieke naam: de Praagse Lente. Deze korte periode van democratisering en hervorming werd gekenmerkt door een poging tot liberalisering en modernisering van het communistische regime onder leiding van Alexander Dubček.
De term “Praagse Lente” werd geïntroduceerd door de media en verwijst naar de hoopvolle en vernieuwende sfeer die heerste in het land tijdens deze periode. De regering van Dubček voerde een reeks hervormingen door, waaronder meer vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en politieke liberalisering. Het doel was om het socialistische systeem te hervormen en een “socialisme met een menselijk gezicht” te creëren.
Echter, de Praagse Lente werd van korte duur. In augustus 1968 grepen de Sovjet-Unie en andere Warschaupact-landen in en voerden een invasie uit om de hervormingen in Tsjecho-Slowakije te stoppen. Dubček werd afgezet en de periode van democratisering werd bruut beëindigd. De Sovjet-invasie en de daaropvolgende normalisatie zorgden ervoor dat de hoop en vernieuwingsdrang van de Praagse Lente werden onderdrukt.
Desondanks blijft de Praagse Lente een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van Tsjecho-Slowakije en een symbool van de strijd voor vrijheid en democratie. Het herinnert ons eraan dat zelfs in tijden van onderdrukking en autoritarisme, de geest van verandering en vernieuwing nooit helemaal kan worden uitgebannen.