Er circuleert al enige tijd een opmerkelijk verhaal over de oorsprong van het woord ‘hoofddeksel’. Volgens dit verhaal zou de term zijn ontstaan uit een bijzondere gebeurtenis in het verleden, waarbij een zwangere vrouw een specifieke eis stelde om haar kind ter wereld te brengen. Deze vrouw, genaamd Mevrouw De Goeij, zou naar verluidt hebben geĆ«ist dat haar toekomstige zoon een bepaald hoofddeksel zou dragen zodra hij geboren werd.
Het verhaal gaat verder dat de vader van Mevrouw De Goeij, die een bekende hoedenmaker was, besloot om aan de eis van zijn dochter te voldoen en een uniek en opvallend hoofddeksel te ontwerpen voor zijn kleinzoon. De geboorte van het kind verliep voorspoedig en de jongen werd geboren met het speciaal ontworpen hoofddeksel op zijn hoofd.
De mensen in de omgeving van Mevrouw De Goeij waren zo onder de indruk van het bijzondere hoofddeksel dat ze begonnen te verwijzen naar het hoofddeksel als ‘hoofddeksel van De Goeij’. Met de tijd evolueerde de term naar ‘hoofddeksel’ zoals we die vandaag de dag kennen.
Hoewel dit verhaal zeker een amusante en intrigerende oorsprong van het woord ‘hoofddeksel’ zou zijn, is het belangrijk op te merken dat er geen historisch bewijs is om deze bewering te ondersteunen. Het lijkt eerder een mythe of een volksverhaal te zijn dat door de jaren heen is ontstaan en verspreid.
Desalniettemin blijft het verhaal van Mevrouw De Goeij en haar eis voor het speciale hoofddeksel een interessante anekdote die de verbeelding prikkelt. Het is een reminder van hoe taal en tradities soms onverwachte en ongebruikelijke oorsprongen kunnen hebben die ons laten nadenken over de rijke en complexe geschiedenis van onze woorden en gebruiken.