Het trekken van een kring is een activiteit die veelal wordt uitgevoerd in de wiskundeles. Hierbij wordt een cirkel getrokken met behulp van een passer, een instrument dat bestaat uit twee armen die aan elkaar zijn bevestigd en waarmee de straal van de cirkel kan worden ingesteld.
Het trekken van een kring is niet alleen een praktische oefening, maar het heeft ook een educatief doel. Door het tekenen van cirkels leren leerlingen bijvoorbeeld over de eigenschappen van cirkels, zoals de straal, diameter en omtrek. Daarnaast kunnen ze ook oefenen met het berekenen van de oppervlakte van een cirkel.
Het trekken van een kring kan ook worden gebruikt om meetkundige problemen op te lossen. Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld een cirkel tekenen om de juiste positie van punten of lijnen te bepalen.
Het trekken van een kring is dus een belangrijke vaardigheid die leerlingen kunnen helpen bij het begrijpen van meetkundige concepten en bij het oplossen van wiskundige problemen. Het is daarom van groot belang dat leerlingen deze vaardigheid goed onder de knie krijgen tijdens hun wiskundelessen.